In het dagelijks leven is Pieter trainingsacteur, tijdens de Opkikkerdagen een echte Koninklijke lakei. En dat al sinds de állereerste Super Opkikkerdag in 2005. Ons Opkikkerkasteel voelt voor Pieter inmiddels dan ook als zijn tweede thuis. “Het gevoel dat ik met mijn bijdrage een verschil kan maken voor deze gezinnen, is echt de drijfveer die ervoor zorgt dat ik er iedere maand weer sta!”
“Mijn belangrijkste rol is misschien wel die aan het begin van het dag. Als gastheer is het mijn taak om voor een goede start van de dag te zorgen, zowel voor de gezinnen als voor de vrijwilligers langs de rode loper. Dit is meteen ook het eerste moment van de dag dat we de gezinnen maatwerk leveren, zij mogen tenslotte kiezen met wat voor applaus zij ontvangen willen worden. Op deze manier is het een passende start voor iedereen, van ingetogen tot héél erg vrolijk. Inmiddels heb ik denk wel 60 verschillende soorten applauzen voorbij zien komen. De leukste zijn denk toch wel de keren dat applauzen door de kinderen worden gecombineerd. Dan willen ze een wave en dans tegelijkertijd of een prinsessenapplaus met een dino brul erdoorheen. Je moet de vrijwilligers eens zien staan, geweldig!”
“Dat ik de gezinnen ’s ochtends mag ontvangen, is voor mijzelf ook heel erg fijn. Ik heb meteen een kort contactmoment met alle gezinnen. Daar probeer ik meteen een aansluiting te vinden in hoe ik ze benader. Tijdens mijn activiteit in het kasteel probeer ik namelijk zo snel mogelijk de humor te vinden voor het hele gezin. Enerzijds zorg ik er natuurlijk voor dat de kinderen genieten en lachen en dat ze zich echt even prinses of ridder voelen. Anderzijds probeer ik er ook wat volwassen humor doorheen te gooien, zodat het ook leuk is voor de ouders. ‘Het belletje’ is eigenlijk altijd een succes. Zelfs bij de meest verlegen kinderen helpt het belletje hen om los te komen. In mijn looptijd als lakei is mijn repertoire steeds verder uitgebreid. Waar ik vroeger begon met het brengen van eten en drinken, doe ik nu dansjes, zing ik liedjes met mijn gitaar of ukelele, draag ik moppen voor uit het moppenboekje van de koning of doe ik goocheltrucs. Als kinderen zelf met ideeën komen, probeer ik dit altijd te doen. Zo had een jongen laatst zelf een tekst op een kinderliedje bedacht, over een ridder op een rode paddenstoel, dus deze zing ik dan natuurlijk uit volle borst.”
“De Opkikkerdagen blijven bijzonder. Geen dag is hetzelfde en geen gezin is hetzelfde. Natuurlijk zijn er vaste ingrediënten, maar of en hoe je die brengt is echt afhankelijk van de interactie met het gezin. Veel momenten zullen mij altijd bij blijven. Bijvoorbeeld die keer dat een meisje met het belletje rinkelde en vroeg of ik haar beter kon maken. Op zo een moment moet je wel even slikken. Of die keer dat een jongetje zó hard moest lachen, dat hij er niet meer uit kwam. We moesten toen even pauzeren, omdat het té grappig was.”