In gesprek met vrijwilligers van het eerste uur: Dinie & Martha

Vrijwilligerswerk opkikker

Twee totaal verschillende vrouwen. De één een rasechte Amsterdammer, de ander komt uit Ermelo. Toch hebben ze één fundamenteel ding gemeen: Stichting Opkikker zit niet alleen in hun hart, maar stroomt door hun hele lichaam. En dat al 25 jaar lang. Een gesprek over de gedeelde passie van Dinie Groen (71) en Martha Conradie (82)

 

Martha: “25 jaar geleden stuitte ik op een krantenartikel. Een organisatie was op zoek naar vrijwilligers voor het organiseren van leuke dagen voor zieke kinderen. Ik reageerde meteen.”

Dinie: “Ik ben ook via dat krantenbericht bij de stichting gekomen. Achteraf hoorde ik dat dat eigenlijk niet de bedoeling was. Ruud (één van de oprichters van Stichting Opkikker) dacht dat de advertentie alleen lokaal zou worden opgepakt, maar ook in de Telegraaf werd deze geplaatst. Ik woonde toen ook al in Ermelo, maar dat weerhield mij er niet van om een kijkje te gaan nemen in Amsterdam. In een kantoor op de Prinsengracht ontmoette ik Ruud en jou.”

Martha: “Dat klopt! Wij zijn toen als eerste vrijwilligers gaan helpen. Dat ging heel anders dan nu. Alles moesten we zelf regelen. We moesten organisaties bellen, leenauto’s regelen en soms op de fiets naar de kostuumwinkel om de mooiste pakken te bemachtigen. En het liefste voor zo min mogelijk geld. Als ik er zo aan terugdenk, dan waren we hartstikke druk in die tijd.”

Dinie: “Dat waren we ook! Maar aan het einde van de dag was het een echte kick als je weer wat bijzonders voor elkaar had gekregen. Je probeerde ook steeds meer te bereiken. Waar je in het begin tevreden was met een gratis voorgerecht in een mooi restaurant, probeerde je een paar maanden later een driegangenmenu te regelen. Natuurlijk niet voor jezelf, maar voor het gezin.”

Martha: “Ik weet nog dat ik eens vijf vrijkaarten voor een musical wist te bemachtigen. Zo trots was ik! Toen daar ook nog een gratis lunch aan toe werd gevoegd, was ik helemaal door het dolle heen. Mijn man zei dan grappend: ‘Had dit jaren eerder gedaan, dan had ik nooit hoeven werken.”

Dinie: “Ja, dingen voor elkaar krijgen dat kon jij wel. Werkelijk alles wist jij te verkopen! We gingen ook altijd voor het hoogst haalbare. Dan pakten we de telefoon en belden gewoon de duurste hotels. Gek genoeg lukte het dan vaak ook nog.”

Martha: “Ik weet nog dat ik op een dag naar een kledingverhuurbedrijf ging om piratenpakken te regelen voor een Opkikkerdag. Ik vertelde dat ik er zo’n vijftien nodig had en vroeg toen aan de eigenaar hoeveel dat zou gaan kosten. Het enige wat die man vroeg, was of ik goed appeltaart kon bakken. ‘Natuurlijk’, riep ik blij. Zo probeerde je met weinig middelen, van alles te regelen.”

Dinie: “Maar het was niet altijd leuk, hoor. Soms was het zwaar, vond je niet?”

Martha: “Klopt! Ik weet nog dat wij samen een Opkikkerdag organiseerden voor een meisje van een jaar of zestien. Het kwam in die tijd voor dat een Opkikkerdag twee dagen duurde. Wij sliepen daarom een nachtje in het hotel samen met het meisje en haar vriendinnen. Die avond is ze stiekem met haar vriendinnen weggeglipt om uit te gaan. Razend waren we. Na een tijdje kwam ze doodleuk het hotel weer binnenlopen. Ik ben nog nooit zo opgelucht geweest, denk ik.”

Dinie: “Dat was me wat. In alle staten waren we. Zulke gebeurtenissen maak je soms ook mee.”

Martha: “Gelukkig kunnen we er nu om lachen. Dat heb je niet altijd helaas. Ook de moeilijke momenten blijven me voor altijd bij.”

Dinie: “Dat klopt. Bijvoorbeeld als het kind waar je de Opkikkerdag voor organiseerde, kwam te overlijden. Als de dag kort daarvoor was geweest, probeerde ik altijd naar de begrafenis te gaan.”

Martha: “Dat is het enige wat ik nooit gedaan heb. Dat vond ik te moeilijk.”

Dinie: “Dat snap ik wel. Ik zag zulke momenten als een soort afsluiting. En de dankbaarheid van de ouders omdat je bij de dienst aanwezig was, is onbeschrijfelijk. Ik ben eens naar de begrafenis gegaan van een zestienjarig meisje. Ik wilde me niet opdringen, dus ik nam plaatst achterin de zaal. Zodra de ouders van het meisje mij zagen, liepen ze direct op me af. Ze hadden voorin een plekje voor me vrijgehouden. Bijzonder was dat. Zo gaat het ook tijdens Opkikkerdagen. De mooie, dankbare momenten overheersen. Na bijna elke Opkikkerdag kwam ik uitgelaten thuis en dan vertelde ik mijn man vol enthousiasme over hoe geweldig de dag was. Na een tijdje zei hij: ‘Dat zeg je altijd!’ Maar zo was het wel.”

Martha: “Dat is waar! Ik kan me geen dag herinneren die niet prachtig was. Allemaal zijn ze uniek en brengen ze iets bijzonders bij ons en het gezin naar boven.”

Dinie: “Toch is de functie van vrijwilliger bij de stichting niet voor iedereen weggelegd. Zeker de eerste tien jaar hebben wij samen met de andere vrijwilligers heel hard gewerkt.”

Martha: “Dat klopt helemaal. Ik denk dat niet iedereen het kan omdat je jezelf volledig moet kunnen wegcijferen. Het draait tijdens een Opkikkerdag niet om jou.”

Dinie: “Inderdaad. Je moet beseffen dat jij die dag op de achtergrond staat. Dat jij niet belangrijk bent. Het enige wat telt is het gezin. Het doen vergeten van de witte jassen is het belangrijkste doel. Na al die jaren zit de stichting in mijn hart.”

Martha: “In je hart? Het stroomt door heel mijn lijf. Ik heb zelfs mijn vriend en al mijn familie gek gemaakt van de stichting. Het betekent heel erg veel voor mij.”

Dinie: “Dat klopt helemaal Martha, zo voel ik het ook. Ik ben zelfs gestopt met mijn werk bij de peuterspeelzaal omdat ik het niet meer kon combineren met Stichting Opkikker. Mijn werk vond ik leuk, maar de stichting deed iets met mij. Dat gevoel had jij toch ook?”

Martha: ”Dat klopt. Ik kreeg tijdens mijn vrijwilligerswerk voor de stichting een baan aangeboden. Even heb ik getwijfeld of ik hem moest aannemen. We hadden het thuis niet breed en mijn werk voor Stichting Opkikker was vrijwillig. Met die baan konden we misschien op vakantie gaan of een nieuw bankstel kopen. Mijn man bracht me al snel terug naar de realiteit. Hij zei: ‘Droom maar even verder, ik weet wel waar je voor kiest.’ Hij had gelijk. Geld interesseert mij niet zo veel en Stichting Opkikker maakte iets in mij los. Ik heb de baan afgewezen. Van die keuze heb ik in al die jaren nooit spijt gehad. De stichting heeft mij zo veel gebracht.”