28 juli 2016. De dag dat de hele wereld even stil leek te staan. De dag dat Mees maar aan één ding kon denken: ik ga dood. Want dat is waar je het eerste aan denkt bij kanker toch? Gelukkig bleek dat niet waar te zijn. Na een heftige periode, van maar liefst 995 kanjerkralen, is Mees namelijk schoon verklaard! Wat Mees en zijn gezin gaan doen zodra de laatste behandeling achter de rug is? Salami eten in Lille, Frankrijk!
Mees was een lange tijd erg moe. Thuis, op de BSO, op het feestje van zijn vriend; overal hing hij op de bank of viel hij in slaap. Samen met zijn moeder ging hij naar het ziekenhuis voor de uitslag van het bloedonderzoek. Hij vertelt: “Het was 28 juli 2016. Nadat ik was gewogen en gemeten, werd ik bij de arts geroepen. Hij vertelde mij dat ik Leukemie had, oftewel bloedkanker. Ik was boos en dacht dat ik dood zou gaan. Dat is het eerste waar je aan denkt als je het woord kanker hoort.”
Mees werd doorverwezen naar het VU Medisch Centrum, waar hij werd opgevangen door Daniëlle, pedagogisch medewerkster en vanaf dat moment zijn maatje in het ziekenhuis. Ze gaf hem de knuffel ‘ChemoCasper’, die door Mees werd omgedoopt tot ‘KankerCasper’. “Ze vertelden ons hier dat de kans groot was dat ze hem beter konden maken”, vertelt Menno, de vader van Mees, “Hier hielden we ons aan vast, totdat ze ons in november konden vertellen in welke risicocategorie hij thuishoorde. Hij bleek in de categorie ‘midden’ te zitten, wat eigenlijk het meest voorkomt en waar ze dus ook de meeste ervaring mee hebben. Goed nieuws dus!”.
Om de leukemie te bestrijden, kreeg Mees verschillende ‘cocktails met chemo’, zoals zijn vader dat noemt. Dit was een zware periode voor het hele gezin. Mees lag voor de behandeling regelmatig in het ziekenhuis, raakte zijn haar kwijt en viel in korte tijd enorm af. “Je spuugt zoveel van de chemo, dat je daar niet tegenaan kan eten”, vertelt zijn vader. “Ook voor zijn broertje Tijn en zus Sterre was dit een moeilijke periode. Zo was het bijvoorbeeld lastig dat Mees ineens fysiek veel zwakker was dan zijn jongere broertje. Tijn wilde in deze periode nergens spelen. Hij wilde liever naar huis, naar Mees. Iedereen binnen het gezin paste zich goed aan.”
In de eerste weken van de behandeling kreeg Mees een bloedpropje in zijn hoofd: “Mijn broertje zei ’s nachts dat ik op moest houden met tegen het bed tikken, maar hier reageerde ik niet op. Ik bleek op dat moment een epileptische aanval te hebben.” Sindsdien moest Mees regelmatig geprikt worden, om zijn bloed dun te houden. “Dit deed ik eigenlijk altijd zelf, omdat dat minder eng is. Mijn bovenbeen is inmiddels hard en blauw van al dat prikken!”
Vanwege deze bloedverdunners mocht Mees bijvoorbeeld niet sporten, karten of in achtbanen. Dat is één van de dingen waar Mees wel moeite mee had. Maar dat hield hem niet tegen om met zijn vrienden af te spreken en dan het liefst samen te gamen. “Mijn beste vrienden, Youp en Rogier, zijn er altijd voor mij geweest. Ze vonden het eerst wel moeilijk, vooral dat mijn uiterlijk zo was veranderd en omdat ze niet goed wisten wat ik wel en niet kon. Inmiddels hebben ze dat heel goed door. Het voordeel van gamen is dat ik dit overal kan doen. Dus als ik te moe was om naar mijn vrienden te gaan, deed ik gewoon vanuit huis mee!”
Naar school gaan zat er voor Mees een lange tijd niet in. “In het begin was dit leuk, maar al snel kwam ik erachter dat dat eigenlijk heel saai is. Zelfs gamen vond ik op een gegeven moment niet leuk meer. Ik hing veel op de bank en wachtte op wat de dag mij te bieden had. Zo ging ik bijvoorbeeld met mijn vader mee, in de rolstoel, om boodschapjes te doen. We verdeelden de boodschappen over de hele week, zodat we iedere dag een uitje hadden!”.
Op 16 september stond de Opkikkerdag op de planning, wat alles behalve saai was! Ze konden deze dag alles even vergeten. Wat Mees het allerleukst vond? “Dat ik zelf met de speedboot mocht varen!”. Zijn vader begint te lachen: “Ja, jij vaarde achtjes door je eigen golven heen!”. Ook hebben ze een vlucht gemaakt met de helikopter, in een limousine gezeten mét politiebegeleiding, zijn ze op de foto gezet in de fotostudio en kreeg Tijn les van een DJ. “We werden deze dag als gezin echt in de watten gelegd. Je merkte bijna niet dat er ook andere gezinnen die dag een Opkikkerdag hadden!”.
Gelukkig sloeg de behandeling goed aan en is Mees inmiddels schoon verklaard! Door middel van de kanjerketting kijken ze terug op alles wat Mees heeft overwonnen en dat is behoorlijk wat! Iedere kraal staat voor een gebeurtenis. Zo krijg je bijvoorbeeld een kraal voor een bloedtransfusie, wanneer je een slechte dag hebt gehad in het ziekenhuis of wanneer je jarig bent. “Ik wilde deze ketting in het begin niet hebben. Ik wilde niet terugkijken, alleen maar verder kijken! Daarnaast herinnerde het lege koord mij aan alle kralen, oftewel nare gebeurtenissen, die nog zouden volgen. Achteraf wil ik hem toch wel. Nu staat de ketting namelijk juist symbool voor alles wat ik heb overwonnen! We hebben alle gebeurtenissen geteld en komen uit op 995 kralen.”
Om de waarden laag te houden, wordt hij nog tot augustus behandeld. Maar dan zit het erop! Wat ze dan gaan doen met het gezin? Salami eten in Lille! “Ik ben gek op salami”, vertelt Mees, “tijdens mijn behandeling moest ik een soort zwangerschapsdieet volgen en volgens mijn arts mocht ik daarom ook geen salami. Hier baalde ik enorm van. Dus daar kijk ik nu al naar uit!”
Al voordat Mees zijn Opkikkerdag had, organiseerde hij op zijn school een actie om geld in te zamelen voor Stichting Opkikker. Er werden allerlei activiteiten georganiseerd. In één dag waren alle Opkikkerknuffels al uitverkocht! In totaal haalden ze met zijn allen maar liefst € 10.000,- op!