Stichting Opkikker voelt als familie

Vrijwilligerswerk opkikker

Sinds zeven jaar is Harry Jonk (75) een trouwe vrijwilliger van Stichting Opkikker. Hij houdt het amper droog als hij terugdenkt aan de fantastische Opkikkerdagen die hij heeft beleefd: ‘‘Het gevoel hebben dat je iets hebt betekend en dat je een verschil kunt maken, dat is belangrijk, ook voor jezelf.’’

 

Strikt verbonden met Stichting Opkikker
‘‘Ik kom uit een middenstandsgezin. Mijn ouders hadden een winkel. Daar was het altijd aanpoten, anders redde je het niet. Vroeg in de ochtend ging mijn vader de deur uit en mijn moeder deed het huishouden. Ik hielp veel. Later ben ik gaan werken bij een papiergroothandel. Ook daar moest je altijd flink doorwerken. Toen ik gepensioneerd was, vond ik mezelf nog veel te jong om niets meer te doen. Omdat ik zelf diabetes heb, ben ik gaan kijken of ik iets voor de diabetesvereniging kon betekenen. Uiteindelijk heb ik daar vier jaar als vrijwilliger gewerkt. Op een bepaald moment vond ik dat niet leuk meer. Een oud-collega vertelde mij dat hij werkte voor Stichting Opkikker. Ik zocht naar extra informatie over de stichting en werd enthousiast.

De eerste jaren heb ik zelf Individuele Opkikkerdagen georganiseerd. Daar heb ik mooie herinneringen aan. Geleidelijk veranderde er veel bij de stichting. De individuele dagen gingen eruit; er werden alleen nog grotere Opkikkerdagen georganiseerd. Toen ben ik ook gaan assisteren bij andere klusjes. Zodoende help ik nu bij de opbouw van de Opkikkerdagen en zit ik één dag in de week op kantoor voor de statiegeldactie. Ik voel me verbonden met de stichting. Het voelt als familie. Dat komt doordat je samen met iets moois bezig bent. Je probeert allemaal gezinnen een prachtige dag te bezorgen. Ik vind het daarnaast fijn dat ik me nog ergens voor kan inzetten. Dan ben ik in ieder geval van de straat.’’

 

Daan en sinterklaas
‘‘Een van mijn dierbaarste herinneringen is tijdens een van de laatste individuele dagen. Soms werd je gebeld voor een spoedgeval. Dan was het dringend, omdat een kind terminaal was en het niet lang meer te leven had. Dit was toen ook het geval. Vrij snel gingen we op bezoek bij het gezin. We troffen daar Daan van veertien jaar oud aan. Hij had het syndroom van Down en was het zonnetje in huis. Jaren eerder had hij leukemie gekregen. Nadat hij was ‘genezen’, kwam de ziekte een paar jaar later terug in ongeneeslijke vorm. In het ziekenhuis kreeg hij ook nog een herseninfarct waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte. Wij vroegen aan zijn ouders waar we hem een plezier mee konden doen. Dat was maar één ding: een bezoekje van Sinterklaas. Misschien wel de makkelijkste suggestie die we ooit hadden gehad. We gingen aan de slag met het programma en waren nog geen twee dagen bezig toen we werden gebeld door de gezinsverzorgster. Als we nog een Opkikkerdag wilden doen, moesten we snel zijn. We dachten nog twee weken de tijd te hebben, maar het moest eigenlijk dezelfde week nog gebeuren omdat de gezondheid van Daan verslechterde. Dat hebben we gelukkig voor elkaar gekregen. We maakten een helikoptervlucht, gingen naar de Macdonalds en regelden een zaaltje ergens in Ermelo waar heel de familie aanwezig was. Iedereen kreeg cadeaus en Sinterklaas kwam langs. Het moment dat Daan de Sint zag, was heel mooi. Dat emotioneert mij nog steeds. Toen de dag eindigde, werd hij in de ambulance getild. We wilden de deur sluiten, maar dat weigerde hij. Zijn hele familie moest eerst bij hem langslopen om hem te groeten. Of hij het voorvoelde, dat weet ik niet, maar de dag erop is hij overleden. Dat zijn exceptionele dagen.’’

 

Als het blad van een boom
‘‘Een andere herinnering die mij bij is gebleven, was tijdens een Super Opkikkerdag. Ik begeleidde een jongen van dertien. Hij was alleen met zijn moeder. Het bleek een getalenteerde voetballer te zijn. Hij was zelfs geselecteerd voor de Ajax jeugd. Toen kreeg hij bericht dat hij een beginnend stadium van MS had. Zo zag hij zijn voetbalcarrière aan hem voorbijgaan. Aan het begin van zijn Opkikkerdag was hij boos en negatief. Zoveel onmacht voelde die jongen. Ik zou hem en zijn moeder de hele dag begeleiden en zag het al in een zware dag veranderen. Onze eerste activiteit was een bezoekje aan de sportauto’s. De mooiste exemplaren stonden uitgestald. Dat bleek een schot in de roos te zijn. Als een blad aan de boom veranderde hij. Onvoorstelbaar. Zo negatief als hij begon, zo enthousiast en vrolijk was hij de rest van de dag. Genoten hebben we met z’n drieën. Dat zijn mooie dingen.’’

 

Direct betrokken
‘‘Het leuke aan Stichting Opkikker vind ik dat je heel direct betrokken bent bij de mensen die het betreft. Dat geeft meer voldoening dan dat je zit te vergaderen over flauwekul. Je leert er veel van. Mensen mopperen vaak over kinderen of kleinkinderen. Als je tijdens een Opkikkerdag met een gezin op stap bent, besef je dat je eigenlijk geen recht van spreken hebt. Wij hebben het geluk dat onze kinderen en kleinkinderen gezond zijn, maar je moet je realiseren dat dat niet vanzelfsprekend is. Dat vergeet je soms te gemakkelijk, denk ik. Als ik dan ook nog de dankbaarheid en blijdschap bij de gezinnen zie, vind ik dat ongelofelijk. Ik kan me niet voorstellen dat als je je hele leven met narigheid te maken hebt en beperkt bent in mogelijkheden, dat je toch het zonnetje in huis bent. Dat is bijna tegendraads. Onvoorstelbaar. En toch gebeurt dat heel vaak.

 

Als je tijdens een Opkikkerdag helpt, dan denk je; ‘Waar hebben we het met z’n allen over?’. De hele wereld zit zich druk te maken om zaken van niets. De dingen waar ze zich echt druk om zouden moeten maken, zoals het klimaat en het welzijn van mensen, dat dreigt daardoor onder te sneeuwen. Eigenlijk is de Opkikkerdag op kleine schaal zoals het op grote schaal zou moeten zijn. Samen mooie dingen realiseren. We zijn allemaal zo met onszelf bezig, maar je moet het met z’n allen doen, en dat is het punt.’’